Azië-Pacific: algemene verbetering, maar verslechtering in de textiel- en de bouwsector

Tussen december 2023 en maart 2024 peilde Coface naar het betaalgedrag van bedrijven in Azië. Zo kregen we een overzicht van de evolutie in het betaalgedrag van en het kredietbeheer bij zowat 2.400 ondernemingen in de regio Azië-Pacific. De respondenten waren actief op negen markten (Australië, China, Hongkong SAR, India, Japan, Maleisië, Singapore, Taiwan en Thailand), en dat in 13 verschillende sectoren.

  • De kredietvoorwaarden werden strenger. Zo werd de betaaltermijn ingekort van 66 dagen in 2022 tot 64 dagen in 2023.
  • Tegelijk daalde de duur van de betaalachterstand van 67 naar 65 dagen. Toch kreeg 60 % van de bedrijven er in 2023 mee te maken, tegenover 57 % in 2022. Ook de extreem lange betaalachterstand liep op, met name in de textiel- en de bouwsector.
  • Wat de economische vooruitzichten betreft, verwacht 56 % van de bedrijven een verbetering in 2024. 

Het jaar 2023 werd gekenmerkt door een postpandemische normalisering, al bleef het economisch landschap door een aan inflatie onderhevige omgeving voor de nodige uitdagingen zorgen. Ook de rentevoeten bleven hoog en geopolitieke risico’s hielden aan. De bevraagde bedrijven bleven bezorgd. De helft onder hen citeerde daarbij een vertraging in de vraag en een excessieve concurrentiedruk als belangrijkste risico’s voor hun activiteiten in 2024. Coface gaat ervan uit dat de economische groei in Azië-Pacific in 2024 meer dan 4 % zal bedragen. Daarmee blijft die regio de sterkste groei ter wereld optekenen, bevestigde Bernard Aw, hoofdeconoom voor Azië-Pacific bij Coface Betaalachterstand. 

Betaalachterstand: opmerkelijke stijging in de textiel- en de bouwsector

Het percentage bedrijven dat betaalachterstanden signaleert, steeg van 57 % in 2022 tot zestig procent in 2023. En dat grotendeels onder invloed van de striktere betaalvoorwaarden in China en Japan. De andere gedekte markten lieten een daling in de betaalachterstand optekenen, wat kan wijzen op meer financiële stabiliteit na de pandemie. Als belangrijkste oorzaken voor die betaalachterstand werd verwezen naar een moordende concurrentie, een vertraging in de vraag, cashflow problemen en wanbetalingen bij klanten.

In de textiel- en de bouwsector nam de betaalachterstand aanzienlijk toe. In de textielsector liepen de productiekosten hoog op en schommelde de vraag sterk. De bouwsector had dan weer te lijden onder een stagnering in de Chinese vastgoedsector én de hoge rentevoeten.

Hoewel de gemiddelde duur van de betaalachterstand terugliep van 67 dagen in 2022 tot 65 dagen in 2023, zagen we op de meeste markten een uitbreiding:  in Australië, Hongkong en Maleisië was de uitbreiding het grootst. In China, Taiwan en Thailand werd dan weer een inkrimping genoteerd. In Japan is de gemiddelde achterstand het kortst (50 dagen), tegenover 83 dagen in Australië.

De langste betaalachterstanden zijn vooral in de textiel- en de voedingsindustrie uitgebreid (telkens met 11 dagen). In de sectoren energie en farmaceutica was de terugval het grootst, met respectievelijk 11 en 10 dagen. De bouwsector laat nog steeds de langste betaalachterstand optekenen (76 dagen), terwijl die in de farmaceutische sector het kortst is (57 dagen).

Het aandeel bedrijven dat wordt geconfronteerd met ultralange betaalachterstanden (ULBA) die meer dan 2 % van hun jaaromzet uitmaken, steeg van 26 % in 2022 naar 29 procent in 2023. Die drempel houdt een groot risico in, aangezien volgens Coface 80 % van die achterstand nooit betaald wordt. Singapore, Thailand en Hongkong leveren de grootste bijdrage aan die toename. De textielsector is het zwaarst getroffen: daar steeg de ULBA van 14 % in 2022 naar 40 % in 2023. Daarna volgen de bouwsector en de metallurgie met 35 %.

In grote lijnen blijven bedrijven optimistisch over de toekomst: 30 % verwacht een verbetering in de betaalachterstand, terwijl 18 % rekening houdt met een verslechtering (voornamelijk in de textielsector en de detailhandel).

Economische prognoses: een toenemend optimisme, ondanks aan de vraag gelinkte risico’s

In de regio Azië-Pacific verbeterden de economische omstandigheden in 2023, dankzij de heropening van de grenzen met China, de versoepeling in de coronamaatregelen, een lagere inflatie en een minder restrictief monetair beleid op wereldvlak. Zowat de helft van de respondenten (49 %) registreerde een verbetering in hun commerciële activiteiten in vergelijking met 2022. Slechts 20 % wees op een verslechtering.

Voor 2024 verwachten we dat de economische groei in de regio Azië-Pacific hoger zal liggen dan 4 %. Dat stemt overeen met de prognoses van de respondenten: 56 % verwacht immers een verbetering in hun commerciële activiteiten. India en Thailand zijn de meest optimistische economieën. Per sector ligt in de detailhandel en in de textielindustrie het percentage bedrijven dat een verslechtering verwacht het hoogst. In de houtindustrie, de automobielsector, de farmaceutica en de voedingssector is het optimisme het grootst.

In 2024 worden bedrijven nog steeds met risico’s geconfronteerd. De helft van de respondenten zag de vertraging in de vraag en de concurrentiedruk als belangrijkste risico’s. Bijna een derde haalde de toenemende kosten voor productiemiddelen, grondstoffen en arbeidskrachten aan als belangrijkste operationele uitdagingen.

Download onze volledige studie (uitsluitend in het Engels) voor meer informatie.

Schrijvers en experts